• soe·ve·rein·boor
enkelvoud meervoud
naamwoord soevereinboor soevereinboren
verkleinwoord soevereinboortje soevereinboortjes

de soevereinboorv / m

  1. boor die dient om ingeboorde gaten aan het boveneinde kegelvormig te vergroten zodat de schroefkop daarin kan verdwijnen