Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soe·ve·rein·boor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord soevereinboor soevereinboren
verkleinwoord soevereinboortje soevereinboortjes

Zelfstandig naamwoord

de soevereinboorv / m

  1. boor die dient om ingeboorde gaten aan het boveneinde kegelvormig te vergroten zodat de schroefkop daarin kan verdwijnen
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie