Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snuf·fel·sta·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snuffelstage snuffelstages
verkleinwoord snuffelstagetje snuffelstagetjes

Zelfstandig naamwoord

de snuffelstagev / m

  1. (onderwijs) kortdurende stage waarin met verschillende aspecten van de praktijk oppervlakkig kennis wordt gemaakt en men iets van de sfeer kan opsnuiven
    • Verschillende medewerkers van nu kwamen tijdens een snuffelstage van school al voor het eerst rondkijken bij De Waal.[1] 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen