Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snij·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snijbal snijballen
verkleinwoord snijballetje snijballetjes

Zelfstandig naamwoord

de snijbalm

  1. (sport) een bal die iets zo licht raakt dat hij nauwelijks van richting verandert
     Kortrijk reageerde als een gebeten hond. Opnieuw een snijbal van Guédioura, dit keer op Kums en ook hij kreeg tijd en ruimte om te scoren. Amper afgetrapt misrekende Bailly zich en liep Bakx onderuit. Eveneens penalty en Kums maakte zijn tweede van de avond, meteen zijn vijfde van het seizoen. Kortrijk hijst zich daarmee (even) uit het slop van de degradatiegroep.[2]

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Frank Luts
    “Racing Genk nog geen topploeg” (07/12/2008), De Standaard
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be