snelfoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- snel·foon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van snel bn en telefoon zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snelfoon | snelfoons |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de snelfoon m
- (communicatie) (verouderd) telefooncel waarin men alleen maar heel korte gesprekken kan voeren
- ▸ In de Snelfoon kunnen alleen korte gesprekken -maximaal anderhalve minuutworden gevoerd. Daarna wordt de verbinding automatisch verbroken.[1]
Gangbaarheid
- Het woord snelfoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snelfoon" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Snelfoon” (05-06-1993), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be