smodderen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smod·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
smodderen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smodderen |
smodderde |
gesmodderd |
zwak -d | volledig |
- iets smerig maken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord smodderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smodderen" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ smodderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be