smeder
- sme·der
- naamwoord van handeling van smeden met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smeder | smeders |
verkleinwoord |
de smeder m
- bewerker van ijzer of andere metalen
- iemand die verschillende personen of organisatie probeert te laten samenwerken
- ▸ Mark Rutte is een beproefd smeder van onmogelijke coalities[2]
- [1] smid
- [2] organisator, regelaar, beramer
- Het woord smeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smeder" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Maarten van Ast & Hans van Soest“Partijen vechten voor elke stem tijdens slotdebat” (19-03-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be