smalte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smal·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smalte | smaltes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de smalte v
- het smal zijn
- een smalle, nauwe plaats
Synoniemen
- [1] magerheid, tengerheid, schraalheid
- [2] engte, nauwte
Vertalingen
1. het nauw of smal zijn
Gangbaarheid
- Het woord smalte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smalte" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be