smalspoor
- smal·spoor
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘smalle spoorbaan’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
- samenstelling van smal en spoor [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smalspoor | smalsporen |
verkleinwoord | smalspoortje | smalspoortjes |
- (spoorwegen) spoorbaan met geringere spoorbreedte dan normaalspoor
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord smalspoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "smalspoor" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ smalspoor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).