slord
- slord
- met het achtervoegsel -d afgeleid van de stam van sloren ww als oude vorm van sleuren ww "door rukken beschadigen" [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slord | slorden |
verkleinwoord | - | - |
de slord v
- flard, lap
- (metonymisch) (persoon) vrouw met slecht verzorgde kleding
- Het woord 'slord' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.