slijmjurk
- slijm·jurk
- samenstelling van slijm en jurk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slijmjurk | slijmjurken |
verkleinwoord | slijmjurkje | slijmjurkjes |
- onaangenaam persoon die alsmaar tracht in het gevlij te komen
- Ik kan die slijmjurk niet meer zien!
- Het woord slijmjurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slijmjurk" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ slijmjurk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be