slib dicht
- Geluid: slib dicht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslɪp ˈdɪxt / (2 lettergrepen)
- slib dicht
- uit slib (werkwoord) en dicht (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
dichtslibben |
slib (…) dicht
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtslibben
- Ik slib dicht.
- gebiedende wijs van dichtslibben
- Slib dicht!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtslibben
- Slib je dicht?
- Het woord slib dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.