• dicht·slib·ben
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dichtslibben
slibde dicht
dichtgeslibd
zwak -d volledig

dichtslibben

  1. ergatief afgesloten raken door opeenhoping van afgezet slib
    • Zonder baggeren zou deze haven snel dichtgeslibd raken. 
98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be