slib
- slib
- Een intensiefvorming bij de stam van het werkwoord slijpen in de oorspronkelijke betekenis “glijden”. [1]
- In de betekenis van ‘bezinksel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1528 [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slib | slibs slibben |
verkleinwoord |
het slib o
- (geologie) afzetting op de bodem van in (stromend) water aanwezige vaste deeltjes.
- Heden ten dage wordt slib niet veel meer gebruikt omdat mest beter zou zijn en veel slib tegenwoordig verontreinigd is, veelal met zware metalen.
1.
vervoeging van |
---|
slibben |
slib
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slibben
- Ik slib.
- gebiedende wijs van slibben
- Slib!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slibben
- Slib je?
- Het woord slib staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slib" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ slib op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "slib" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slib | – |
- slib
slib
- IPA: /slɪp/
- slib
- Afgeleid van het Proto-Slavische *sъljubъ
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | slib | sliby |
genitief | slibu | slibů |
datief | slibu | slibům |
accusatief | slib | sliby |
vocatief | slibe | sliby |
locatief | slibu | slibech |
instrumentalis | slibem | sliby |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
slib
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord slíbit