sleeve
- Geluid: sleeve (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /sliːv/
- erfwoord via Middelengels sleve van Angelsaksisch slief
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sleeve | sleeves |
sleeve
- (kleding) mouw
- (techniek) huls, koker, mof [3], [4]
- (muziek) hoes van een grammofoonplaat, cd of dvd
- windzak
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to sleeve |
he/she/it | sleeves |
verleden tijd | sleeved |
voltooid deelwoord |
sleeved |
onvoltooid deelwoord |
sleeving |
gebiedende wijs | sleeve |
sleeve
- overgankelijk (kleding) van een mouw voorzien
- overgankelijk in een mouw verstoppen
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "sleeve" herkend door:
100 % | van de Amerikanen; |
100 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be