Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slaap·pak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slaappak slaappakken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het slaappako

  1. (kleding) (Suriname) gemakkelijk zittende hemd en broek die 's nachts in bed kunnen worden gedragen
     Kroonprins Abdoel Illah kwam uit zijn slaapkamer in zijn slaappak.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Koning Feisal met familie door kapitein doodgeschoten in: Het Nieuws, jrg. 15 nr. 5526 (21 juli 1958), A.J. Morpurgo, Paramaribo, p. 1 kol. 1