slaapkop

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slaapkop    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈslaːp.kɔp/

Woordafbreking

• slaap·kop

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  slaap ww  en  kop 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	slaapkop	slaapkoppen
verkleinwoord	slaapkopje	slaapkopjes

Zelfstandig naamwoord

de slaapkop m

1. iemand die ongepast slaperig is

Gangbaarheid

• Het woord slaapkop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slaapkop" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.