• slå fra sig
  • Samenstelling van het Deense werkwoord slå, het Deense bijwoord fra en het Deense wederkerende voornaamwoord sig
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
slå fra sig
slår fra sig
slog fra sig
slået fra sig
volledig

slå fra sig

  1. wederkerend: zich verdedigen, zich weren
  • slå fra sig (gebiedende wijs)
  • slående fra sig (onvoltooid deelwoord)
  • slås fra sig (lijdende vorm)