sjeuteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sjeu·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sjeuteren |
sjeuterde |
gesjeuterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
sjeuteren
- (voeding) sudderen van vlees, zachtjes koken, borrelen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'sjeuteren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.