sixpack

Nederlands

[1] sixpack drankblikjes

[2] gespierde buik

Uitspraak

• Geluid:  sixpack    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• six·pack

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sixpack	sixpacks
verkleinwoord	sixpackje	sixpackjes

Zelfstandig naamwoord

het sixpack o

1. verpakking met 6 drankblikjes

   • Bijzonder, want de productielijn van Zomerbok is nog niet opgestart. De pijpjes Zomerbok in het sixpack dat ter promotie op de bar stond bevatten gewoon water. Alvorens Janssen de naam van het nieuwe zomerbier aan zijn publiek prijs gaf, wilde hij eerst weten wat het er van vond.  
   • Er geldt donderdag geen alcoholverbod op het Museumplein. Ajaxfans mogen eten en drinken (ook alcohol) meenemen op het terrein, mits het voor eigen gebruik is – ongeveer een sixpack per persoon - en het niet in glas is verpakt. Voor andere alcoholische versnaperingen geldt hetzelfde.  

2. een gespierde buikwand bij mensen waarbij men duidelijk de contouren van de musculus rectus abdominis kan zien

   • (Bier)buik of sixpack? Na de vrouw moet nu ook de man er strak en stralend uitzien. Sommigen slaan door, maar het streven naar een fit lijf is op zich natuurlijk prima. Hoe doe je dat? Fitheidshulp anno 2018.  

Synoniemen

• [2] wasbord

Vertalingen

    1.   

Engels: sixpack (en)

Gangbaarheid

• Het woord sixpack staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sixpack" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.