• sig·ma
  • uit het Grieks [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sigma sigma's
verkleinwoord

de sigmav / m

  1. naam van de Griekse letter Σ
  2. (wiskunde) teken in een formule dat aangeeft dat het om een optelling gaat
86 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]