selfkicker
- Geluid: selfkicker (hulp, bestand)
- self·kic·ker
- samenstelling van self en kicker (van het Engels) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | selfkicker | selfkickers |
verkleinwoord | selfkickertje | selfkickertjes |
de selfkicker m
- iemand die een kick krijgt van zich zelf (mogelijk uit zelfingenomenheid)
- Kent u Johnny the Selfkicker ?
- Het woord selfkicker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.