scullen
- scul·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
scullen |
(sculde)* |
(gesculd)* |
zwak -d
onvolledig |
volledig |
scullen
- (sport) roeien in een boot waarbij iedere roeier met twee riemen roeit (één links en één rechts)
- En zo werden de beste roeiers uit het scullen (met twee riemen) – de dubbel twee en de dubbel vier – ingezet om het boordroeien te versterken. [1]
- Bij de Zwitsers zien we, naast de veteranen Rükstühl en Isler, de vier van slag Rentsch die in Kopenhagen een vijfde plaats bereikte, en dit weekeinde in het ongestuurde nummer uitkomt. Overigens zonder Burgin die dit jaar weer is gaan scullen. [2]
- Verbogen vormen van dit werkwoord zijn net als bij veel andere werkwoorden die een sport aanduiden niet gangbaar. De hier weergegeven verbogen vormen volgen spellingregel 12.E.
- Het woord 'scullen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scullen" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Meijer, H.Het vlaggeschip telt weer mee (5 september 2015) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-10-25
- ↑ "Roeien. Om de Hollandbeker: Sterk veld in strijd op Bosbaan" in: Het Parool jrg. 32 nr. 8415 (23 juni 1972); p. 19 kol. 7; geraadpleegd 2019-10-25
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be