screwdriver
- Geluid: screwdriver (hulp, bestand)
- screw·dri·ver
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘wodka met sinaasappelsap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1974 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | screwdriver | screwdrivers |
verkleinwoord | - | - |
de screwdriver m
- Het woord screwdriver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Geluid: screwdriver (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈskruˌdraɪvər/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
screwdriver | screwdrivers |
screwdriver