scorebord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sco·re·bord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van score en bord [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scorebord | scoreborden |
verkleinwoord | scorebordje | scorebordjes |
Zelfstandig naamwoord
het scorebord o
- een bord waarop de score van een wedstrijd vermeld wordt, zichtbaar voor iedereen die bij het evenement aanwezig is
- Nederland begon goed aan de wedstrijd en nam in de eerste inning meteen een 2-0 voorsprong, onder meer dankzij een homerun van Jurickson Profar. Startwerper Rick van den Hurk wist in de eerste vier innings Zuid-Korea van scoren af te houden, waardoor bij de tegenstander de 0 op het scorebord bleef staan. Ondertussen scoorde Nederland in het tweede bedrijf nog een punt, waardoor het na 2 innings al op een 3-0 voorsprong stond. [2]
Gangbaarheid
- Het woord scorebord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scorebord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Jorg Leijten 7 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be