Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schuld·vraag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schuldvraag schuldvragen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de schuldvraagv / m

  1. (juridisch) het vraagstuk wie iets nadeligs veroorzaakt heeft
    • Vooral als beide partijen dezelfde verzekeringsmaatschappij hebben is de schuldvraag van minder belang. 
    • Als iets misloopt is het stellen van de schuldvraag lang niet altijd de beste methode om het probleem op te lossen. 

Gangbaarheid