Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schul·den·cri·sis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schuldencrisis schuldencrises
schuldencrisissen
verkleinwoord schuldencrisisje schuldencrisisjes

Zelfstandig naamwoord

de schuldencrisisv

  1. (politiek) politieke en financieel-economische onrust en onzekerheid veroorzaakt door het op zich nemen van een te grote schuldenlast en/of begrotingstekort van een staat
    • Er wordt vanwege de Griekse en Ierse staatsschulden gesproken van een schuldencrisis in de eurozone. 
Verwante begrippen
Vertalingen


Meer informatie

Gangbaarheid