• schuld·be·wust
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schuldbewust schuldbewuster (schuldbewustst) *
verbogen schuldbewuste schuldbewustere (schuldbewustste) *
partitief schuldbewusts schuldbewusters -

schuldbewust

  1. manier van doen waardoor je laat blijken dat je inziet dat je een fout hebt begaan
    • Vorige week ontvingen we lezerspost waarin een beetje boos werd opgemerkt dat we nadrukkelijk uitbundig vlees aten, dus schuldbewust zoeken we dit keer weer iets uit voor carnivoren én voor vegetariërs. [2] 
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest schuldbewust(e)" worden gebruikt. [3] [4]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Petra Possel 2 februari 2017
  3.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  4.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be