Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schro·me·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schromelijk schromelijker schromelijkst
verbogen schromelijke schromelijkere schromelijkste
partitief schromelijks schromelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

schromelijk

  1. in buitensporige mate
    • Dat is een schromelijke overdrijving. 

Bijwoord

schromelijk

  1. op buitensporige wijze
    • Dat is echt schromelijk overdreven! 

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be