schrobzaag
- Geluid: schrobzaag (hulp, bestand)
- schrob·zaag
- In de betekenis van ‘handzaag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1863 [1]
- samenstelling van schrob ww en zaag zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrobzaag | schrobzagen |
verkleinwoord | schrobzaagje | schrobzaagjes |
- (gereedschap) smalle, puntig toelopende handzaag
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord schrobzaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "schrobzaag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schrobzaag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).