schoonrijden
- schoon·rij·den
- samenstelling van schoon en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schoonrijden |
||
onvolledig |
schoonrijden [1]
- (wintersport) kunstrijden
- (sport) (geschiedenis) (ouderwets) schaatsen met een zo fraai mogelijk slag
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord schoonrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.