• school·kaart
enkelvoud meervoud
naamwoord schoolkaart schoolkaarten
verkleinwoord - -

de schoolkaartv / m

  1. (aardrijkskunde) (onderwijs) grote landkaart voor gebruik op school tijdens de lessen in aardrijkskunde
  2. toegangskaart voor scholieren
     Ik was smoorverliefd toen ik die avond naar huis liep. Natuurlijk liep ik, de schoolkaart gold 's avonds niet in de tram en ik had frisse lucht nodig.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767