schoof achteruit
- Geluid: schoof achteruit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxof ɑxtərˈœyt / (4 lettergrepen)
- schoof ach·ter·uit
- uit schoof (werkwoord) en achteruit (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
achteruitschuiven |
schoof (…) achteruit
- enkelvoud verleden tijd van achteruitschuiven
- Ik schoof achteruit.
- Jij schoof achteruit.
- Hij, zij, het schoof achteruit.
- Ik schoof achteruit.
- Het woord schoof achteruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.