• schil·ders·pa·let
enkelvoud meervoud
naamwoord schilderspalet schilderspaletten
verkleinwoord schilderspaletje schilderspaletjes

het schilderspaleto [1]

  1. (schilderkunst) (houten) plaat waarop een kunstschilder de verven kan mengen
     Ik bestudeer hun kleur en meng die in gedachten op mijn schilderspalet tot de juiste samenstelling.[2]
     Het Rijksmuseum is een curieus kunststuk rijker: het dodenmasker van meestervervalser Han van Meegeren, omlijst door een schilderspalet.[3]
  2. (schilderkunst) de kleuren en verven die een schilder gebruikt


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff  , ISBN 9789021042503
  3.   Weblink bron “Rijks koopt masker van vervalser” (vrijdag 23 mei 2014, 06:10), NOS