schepijs
- schep·ijs
- samenstelling van schep ww en ijs [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schepijs | |
verkleinwoord |
het schepijs o
- (room)ijs dat met een ijsschep uit een grote bak wordt geschept
- Mijn favoriete ijs is altijd sorbetijs geweest. De echte favoriet was de ene keer mango, dan citroen en dan weer passievrucht, maar het was altijd schepijs met fruitsmaak. Frambozen is ook zo’n smaak die altijd goed is. Nu heb ik de combinatie van frambozen en champagne al vaak in andere vormen geproefd dus ik kan me voorstellen dat dit recept een heerlijk ijsje oplevert.[2]
- ▸ Er ging een grote emmer schepijs rond en er was bier geregeld.[3]
- Het woord schepijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schepijs" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sam de Voogt 29 augustus 2016
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be