schemergetal
- sche·mer·ge·tal
- samenstelling van schemer en getal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schemergetal | schemergetallen |
verkleinwoord | schemergetalletje | schemergetalletjes |
het schemergetal o
- (astronomie) (optica) (fotografie) getal dat het scheidend vermogen van een kijker aangeeft in relatie tot de lichtsterkte
- Het woord 'schemergetal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.