schedelloze
- Geluid: schedelloze (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxedəˌlozə / (4 lettergrepen)
- sche·del·lo·ze
- zn: afgeleid van schedelloos bn met het achtervoegsel -e
- bn: schedelloos bn met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schedelloze | schedellozen |
verkleinwoord | - | - |
- (dierkunde) benaming voor zeedieren uit de onderstam Cephalochordata
- zie de categorie: Schedellozen in het Nederlands
schedelloze
- verbogen vorm van de stellende trap van schedelloos
- ▸ In de jaren voordat ik in Montreal was gaan werken waren zeven schedelloze skeletten van vrouwen nooit geïdentificeerd.[1]
- ▸ Het schedelloze lancetvisje, met zijn langgerekte bouw en zijn gesegmenteerde spieren lijkt immers veel sterker op een gewerveld dier dan de zakpijp, een slap dier dat vastzittend aan de zeebodem leeft.[2]
- Het woord 'schedelloze' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Fatale keuze” (2011), Meulenhoff Boekerij B.V., Amsterdam, ISBN 9789460230752, hfst. 15
- ↑ Weblink bron “De mens is meer zakpijp dan lancetvis” (23 februari 2006) op nrc.nl