scharrelkind
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schar·rel·kind
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van scharrel ww en kind zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scharrelkind | scharrelkinderen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het scharrelkind o
- kind dat lid is van het IVN (Instituut voor Natuurbeschermingseducatie)
- ▸ Kim (8) en zusje Roos (2) te Riele trokken deze vrijdagmiddag 25 september met vereende krachten een enorm doek van het reusachtige bouwbord, nabij het paviljoen in aanbouw in hartje Almelo. Die eer werd hen gegund, omdat de twee zich ‘scharrelkind’ mogen noemen, leden van IVN Almelo.[1]
- kind dat buiten mag spelen zonder dat er continu toezicht is door een volwassene
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord scharrelkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Tom van den Berg“Van streekmarkt tot lentefair, paviljoen in aanbouw in Doepark Almelo straks plek voor vele activiteiten” (25-09-2020), Tubantia