schallebijters
- (IPA in voorbereiding)
- schal·le·bij·ters
- samenstelling van schalle zn en bijters zn
- schallebijter zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schallebijters | |
verkleinwoord |
de schallebijters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schallebijter
- meervoudsvorm als officiële benaming (kevers) Carabus een geslacht van kevers die behoren tot de loopkevers (Carabidae). Het geslacht telt ongeveer 2000 soorten, die zijn verdeeld over verschillende ondergeslachten
- [2] loopkevers, kevers, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
- [2] paarse loopkever
- [2] blauwe schallebijter, blauwzwarte schallebijter, bolle schallebijter, gladde schallebijter, gouden schallebijter, goudglanzende schallebijter, goudrandschallebijter, graslandschallebijter, heideschallebijter, kettingschallebijter, lederschallebijter, moerasschallebijter, rasterschallebijter, tuinschallebijter, Ullrichs schallebijter
- Het woord schallebijters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.