schaking
- scha·king
- naamwoord van handeling schaken met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaking | schakingen |
verkleinwoord |
de schaking v
- het zonder toestemming (van de ouders of echtgenoot) wegvoeren van een vrouw, met de bedoeling om met haar te gaan samenwonen of trouwen
1. het zonder toestemming (van de ouders of echtgenoot) wegvoeren van een vrouw
- Het woord schaking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schaking" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be