schakelden gelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·kel·den ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gelijkschakelen

schakelden (…) gelijk

  1. meervoud verleden tijd van gelijkschakelen
    • Wij schakelden gelijk. 
    • Jullie schakelden gelijk. 
    • Zij schakelden gelijk. 

Gangbaarheid