schadeafhandeling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·de·af·han·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schadeafhandeling schadeafhandelingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de schadeafhandelingv

  1. proces van het ontvangen, beoordelen en uitbetalen van aanspraken op vergoedingen aan mensen die recht hebben op compensatie voor nadeel dat ze hebben geleden
     De Groningers die het zwaarst zijn getroffen door de aardbevingen hebben het minst aan de maatregelen voor schadeafhandeling die het kabinet wil nemen.[1]
     Bij directe schadeafhandeling bij WA-verzekerde auto's is de wachttijd tussen claimen en afhandelen met 17 procent afgenomen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Meest gedupeerde Groningers niet geholpen met kabinetsplan schadeafhandeling” (31 mei 2023) op nu.nl  
  2.   Weblink bron
    Thijs Rösken
    “Motor- en camperrijder hoeven niet meer achter tegenpartij aan voor schadeclaim” (4 april 2023) op nu.nl