savoir-faire
- Geluid: savoir-faire (hulp, bestand)
- IPA:
- sa·voir-fai·re
- van Frans savoir-faire
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | savoir-faire | - |
verkleinwoord | - | - |
het savoir-faire o
- bekwaamheid, kennis [1], knowhow, onderlegdheid
- Het savoir-faire van de wijnbouwers.
- Het woord savoir-faire staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- van Frans savoir-faire
savoir-faire
- Geluid: savoir-faire (hulp, bestand)
- IPA: /sa.vwaʁ fɛʁ/
savoir-faire m