sauspan
- saus·pan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sauspan | sauspannen |
verkleinwoord | sauspannetje | sauspannetjes |
- (huishouden) steelpan waarin men een dikvloeibare saus kan bereiden
- In een sauspan de cranberry’s en witte ui kort aanbakken in hete olie, de suiker toevoegen en karameliseren. Afblussen met sinaasappelsap en een beetje water toevoegen zodat een dikke emulsie ontstaat. [3]
- Breek de chocolade in een sauspan en voeg het water, siroop en 2/3 van de slagroom toe. Verwarm het op laag vuur tot de chocolade gesmolten is. Neem de pan van het vuur en laat het chocolademengsel iets afkoelen. Roer het af en toe even door. [4]
- Laat de balsamicoazijn even inkoken in een sauspan tot ze stroperig wordt. [5]
- Het woord sauspan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sauspan" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ sauspan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Jord Althuizen 15-02-18 Gildehoen dijen met sinaasappel-cranberry chutney
- ↑ De Telegraaf 03 nov. 2017 Gruwelijk lekkere chocolademousse
- ↑ De Standaard 30/07/2016 RECEPT. Kokosyoghurt met frambozencoulis
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be