sassenier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sas·se·nier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sassenier | sasseniers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sassenier m
- (beroep) (waterbeheer) (verouderd) sluiswachter
- ▸ Het personeel in de Mercatorjachthaven bestaat uit 7 personen. Voor dit stadspersoneel dreigt geen ontslag. De sasseniers kunnen op andere plaatsen in de haven ingezet worden. "Personeel dat op pensioen gaat, zal ook niet meer vervangen worden", aldus de burgemeester.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sassenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sassenier" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
36 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron spi“"Mercatorjachthaven geprivatiseerd tegen zomer 2002"” (13/08/2001), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be