sandwichcursus
- Geluid: sandwichcursus (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsɛntwitʃˌkʏrsʏs / (4 lettergrepen)
- sand·wich·cur·sus
- samenstelling van sandwich en cursus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sandwichcursus | sandwichcursussen |
verkleinwoord | sandwichcursusje | sandwichcursusjes |
de sandwichcursus m
- (onderwijs) cursus bestaande uit studieperiodes afgewisseld met werk, zodat cursisten praktijkervaring kunnen opdoen
- Het woord 'sandwichcursus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.