samenwerkingsafspraak

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  samenwerkingsafspraak    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sa·men·wer·kings·af·spraak

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  samenwerking zn  en  afspraak zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	samenwerkingsafspraak	samenwerkingsafspraken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de samenwerkingsafspraak v / m

1. overeenkomst om samen met elkaar iets te toen; overeenkomst over het hoe samen met elkaar iets te doen

   ▸ Volgens Weyts vlotten de gesprekken tussen de verschillende mobiliteitsspelers in Vlaanderen wél. 'Concreet zaten zowel het agentschap Wegen en Verkeer (AWV), de Lijn, het Vlaams departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) als NMBS en Infrabel reeds aan tafel met de stedelijke mobiliteitsschepen van Antwerpen en Gent en mijn kabinet. Met succes en concrete samenwerkingsafspraken, waarbij bijvoorbeeld voor Antwerpen al werd afgesproken dat de frequentie van enkele treinlijnen zou worden verhoogd tijdens de komende grote wegenwerken in Antwerpen'.

   ▸ De supermarktketen zoekt nu een bioboer die de landbouwactiviteiten op zelfstandige basis, ‘met transparante samenwerkingsafspraken’, gaat voortzetten. Colruyts voorkeur ‘gaat naar een ervaren koppel of vakman/-vrouw’. Ongeveer zeventig procent van de teelt van Het Zilverleen wordt vandaag al verkocht bij Colruyt en Bio-Planet.

Gangbaarheid

• Het woord samenwerkingsafspraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.