samaar
- sa·maar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | samaar | samaren |
verkleinwoord | - | - |
- (kleding) (geschiedenis) zeer lange deftige bovenkleding
- In toorn ging hij voorbij en zijn purperen samaar waaide om hem heen als een vuur. [3]
- Het woord samaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "samaar" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ samaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Couperus, L. (eds. H.T.M. van Vliet e.a.)Babel. (1993) Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen; p. 31; geraadpleegd 2019-09-03
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be