sagoweer
- sa·go·weer
- van Portugees sagueira, omdat uit het merg van de arengpalm ook een soort sago kon worden gewonnen [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sagoweer | - |
verkleinwoord | - | - |
de sagoweer m
- (verouderd) palmwijn, bereid uit het gegiste sap van de arengpalm Arenga pinnata
- De matrozen - en ook de expeditietroepen - zogen de sagoweer uit de klappers met een rietje. [2]
- Het woord 'sagoweer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.