Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: sacre


sacré

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van sacrer

sacré

  1. (religie) heilig, religieus
    «Le Zend-Avesta est le livre sacré des sectateurs de Zoroastre.»
    De Zendavesta is het heilige boek van de volgelingen van Zarathoestra.
  2. (figuurlijk) heilig, onaantastbaar
    «Sa piaule, c'est sacré, tu n'y entres pas!»
    Zijn kamer is heilig, daar kom je niet binnen. [1]
  3. (spreektaal) (figuurlijk) deksels, duivels, verdomd (vóór het zelfstandig naamwoord)
    «Ce sacré mal de dos va encore me tuer!»
    Ik ga nog dood aan die verdomde rugpijn! [1]
    «Il a vraiment un sacré caractère !»
    Hij is me toch een kerel!
    «Qui a eu cette idée folle? Un jour d'inventer l'école. C'est ce Sacré Charlemagne.»
    Wie heeft dat gekke idee gehad. Om op een dag de school uit te vinden. Dat is die dekselse Karel de Grote.[2]
  4. (spreektaal) (figuurlijk) pittig, lastig (vóór het zelfstandig naamwoord)
    «Il est le nouveau directeur sportif des Marine et Blanc.
    Une sacrée tâche quand on connaît un peu le contexte autour du club ces derniers mois.»[3]
    Hij is de nieuwe sportdirecteur van de Blauw-witten. Het is een pittige opgave wanneer je een beetje van de achtergrond rond de club van de afgelopen maanden afweet.
  5. (medisch) betrekking hebbend op het heiligbeen, sacrum
  1. 1,0 1,1
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 184
  2. Bekende chanson vertolkt door France Gall (1947-2018) in 1964.
  3.   Weblink bron
    Clément Carpentier
    “Girondins de Bordeaux : « Il faut remettre de la cohésion, de l’unité », estime Alain Roche” (17/09/20) op 20minutes.fr