[1] Een sacoche.
  • sa·co·che
enkelvoud meervoud
naamwoord sacoche sacochen
verkleinwoord

de sacochev

  1. tas met spullen die je steeds bij je wil hebben
     De Chicagoblokken hier zitten vol met alle kleuren geel en bruin en zwart. Natuurlijk zit er krapuul tussen. Ik sla ze met plezier met mijn sacoche op hun bakkes als ze mij ambeteren. Ja, ik steek nog altijd een baksteen in mijn sacoche.[2]
  • in de sacoche
    geheel in orde
 Zelfs op Juliette Binoche heeft de tand des tijds vat gekregen, blijkt uit deze double bill op Arte. We tuimelen van haar broeierige ‘debuut’ uit 1985 pardoes in een van haar minder geslaagde films, uit 2010. Alleen haar vertolking tilt die film boven de middelmaat uit. Zoals de volksmond zegt: met Binoche komt alles in de sacoche.[4]
14 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[5]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [6]
        3
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [6]
        6
  1. sacoche op website: Etymologiebank.nl
  2. Niet zonder liefde in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, sacoche
  3. Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, p. 417 kol. 2
  4.   Weblink bron “Een rendez-vous met Juliette Binoche” (25/07/2019), De Standaard
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  6. 6,0 6,1
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, sacoche